2024-04-29
Een motor heeft drie filters: lucht, olie en brandstof. Ze zijn verantwoordelijk voor het filteren van de media in het inlaatsysteem, het smeersysteem en het verbrandingssysteem van de motor.
Het luchtfilter bevindt zich in het inlaatsysteem van de motor en bestaat uit een of meerdere filtercomponenten die worden gebruikt om de lucht te reinigen. De belangrijkste functie ervan is het filteren van schadelijke onzuiverheden uit de lucht die de cilinder binnendringt, waardoor vroegtijdige slijtage van de cilinder, zuiger, zuigerveer, klep en klepzitting wordt verminderd.
Het oliefilter bevindt zich in het smeersysteem van de motor. Stroomopwaarts bevindt zich de oliepomp en stroomafwaarts bevinden zich alle delen van de motor die moeten worden gesmeerd. Zijn functie is het filteren van schadelijke onzuiverheden uit de olie in de oliecarter, het leveren van schone olie aan de krukas, drijfstang, nokkenas, turbocompressor, zuigerveer en andere bewegende delen voor smering, koeling en reiniging, waardoor de levensduur wordt verlengd van deze onderdelen.
Er zijn drie soorten brandstoffilters: dieselbrandstoffilter, benzinebrandstoffilter en aardgasbrandstoffilter. Zijn functie is om schadelijke deeltjes en vocht uit het brandstofsysteem van de motor te filteren, waardoor de sproeiers van de oliepomp, cilindervoeringen en zuigerveren worden beschermd, waardoor slijtage wordt verminderd en verstopping wordt voorkomen.